Artikel
Het dilemma van reproductiefotografie
Van 10 tot en met 19 maart staat Maastricht in het teken van exclusieve kunst tijdens The European Fine Art Fair (TEFAF), één van de grootste kunst- en antiekbeurzen ter wereld.
Voor diverse deelnemers aan de toonaangevende TEFAF heb ik foto’s verzorgd voor in hun catalogi, brochures of ten behoeve van authentisering van de door hun aangeboden kunst. Niet zo maar foto’s, maar perfecte reproductiefoto’s. Hierbij kom ik als fotograaf voor een dilemma te staan, want wat is de perfecte foto?
Reproductiefotografie
Deze reproductiefoto’s voor kunsthandelaren maak ik door middel van ‘high-res’ reproductie-fotografie, één van mijn diensten die ik als (onderzoeks)fotograaf aanbied. De foto’s moeten uiteraard aan de hoogste kwaliteitseisen voldoen. Het moeten de perfecte reproducties zijn om een potentiële koper te overtuigen van de schoonheid en hoge kwaliteit van het kunstwerk.
Kortom, ik moet de esthetiek van het kunstwerk zien vast te leggen. Al helemaal voor TEFAF, waarvan het publiek behoort tot de meest kritische kunstliefhebber ter wereld.
Facsimile
Bij deze vorm van reproductiefotografie zet ik daarom bril op van de potentiële koper (en verkoper). Reproductiefoto’s voor in catalogi moeten het kunstwerk in al zijn (mooiste) kwaliteiten tonen, en zouden het origineel bij wijze van spreken moeten kunnen vervangen. De kleur, vorm en schoonheid moeten exact overeenkomen met het origineel. De foto’s dienen als facsimile van de werkelijkheid. Dit is mogelijk dankzij eersteklasapparatuur en beheersing van camera, licht en software.
Een voorbeeld hiervan is deze uitsnede van een schilderij van Jan van der Heyden:
‘Imperfectie’
Daar (haast) lijnrecht tegenover staat de fotografie voor één van mijn andere klanten, restauratoren van schilderijen. Op reproductiefoto’s die ik voor hen maak, willen ze zoveel mogelijk informatie zien. In welke staat is het kunstwerk? Hoe heeft de tand des tijds het kunstwerk aangetast? Waar en in welke mate is het kunstwerk beschadigd? Zij willen juist de ‘imperfecties’ van een kunstwerk kunnen waarnemen.
Zo kan de restaurator vragen om een afwijkende verlichting of belichting van het kunstwerk. Ik kan bijvoorbeeld donkere partijen zover oplichten dat penseelstreken in deze donkere partijen zichtbaar worden.
Of maak ik met strijklicht een foto om opstaande verf of lacunes in het verfoppervlak zichtbaar te maken. Zo’n foto zou niet snel een bruikbaar beeld voor de kunsthandelaar zijn voor in een catalogus als deze vooral de schoonheid van het kunstwerk wil tonen.
Een voorbeeld:
De eerste foto is normaal belicht. Het is de uitsnede van een donkere partij in een schilderij van een Hollandse meester (een jas). De tweede foto is dezelfde uitsnede, maar nu overbelicht. Er wordt meer zichtbaar in de donkere partijen van de jas.
De linker foto, waarheidsgetrouw en ethisch verantwoord, is een normale weergave van het kunstwerk, de rechter foto niet. Esthetisch is de lichte foto niet bruikbaar voor een catalogus, maar het zorgt er wel voor dat de restaurator het kunstwerk vervolgens kan restaureren en conserveren voor de volgende generatie kunstliefhebbers. Misschien wel voor op de volgende TEFAF.
Ethisch of esthetisch?
Kortom, met de reproductiefoto’s die ik maak voor verschillende klanten heb ik een bepaald doel voor ogen: de perfecte reproductiefoto verzorgen. Maar dit perfecte beeld dat ik lever heeft voor verschillende klanten een volledig andere betekenis. Ethisch of esthetisch. Perfect of imperfect, maar beiden even waar.
Tot ziens op TEFAF!